Apple brengt nieuwe betaversies uit

apple

Apple brengt nieuwe betaversies uit van al zijn flitsende, met Liquid Glass verrijkte besturingssystemen

Nog geen “public beta”, maar deze versies zijn doorgaans beter bruikbaar dan de eerste betaversies.

Zoals bij elke grote visuele make-over van een besturingssysteem zullen de nieuwe Liquid Glass-interfaces van Apple dit jaar extra aandacht trekken van zowel power-users die alle nieuwe snufjes willen zien als ontwikkelaars die zich plotseling moeten aanpassen aan een nieuw design-idioom. Kort na de keynote van de Worldwide Developers Conference, een paar weken geleden, gaf Apple al één vroege betaversie van al zijn nieuwe besturingssystemen vrij—voor het eerst allemaal genummerd op basis van het jaar, dus versie 26. Vandaag heeft het bedrijf officieel de tweede ontwikkelaars-beta’s van iOS 26, iPadOS 26, macOS 26 en de meeste andere updates uitgebracht.

Twee betasporen

Voor wie normaal niet met Apple-beta’s speelt: er zijn twee trajecten—een developer beta en een public beta.

  • Developer-beta’s verschijnen eerder maar zijn vaak instabieler, met meer bugs en grotere veranderingen tussen releases.
  • Public beta’s, doorgaans in de tweede helft van juli, komen meestal overeen met de derde of vierde developer beta en bieden een meer stabiele, bijna definitieve ervaring.
    Vanaf het moment dat de public beta’s beschikbaar zijn, worden beide sporen meestal bijna gelijktijdig bijgewerkt, al krijgen ontwikkelaars de builds nog steeds iets eerder.

Apple schermde de developer-beta’s vroeger af achter een ontwikkelaarsprogramma van 99 dollar per jaar. Die betaling blijft vereist om apps in de App Store te publiceren, maar sinds twee jaar kan iedereen met een gratis ontwikkelaarsaccount de developer-beta’s installeren.

Gebruikers met zo’n account kunnen herstel-images downloaden voor een “schone installatie” op een Mac of i-device, of simpelweg op het apparaat zelf naar Instellingen › Algemeen › Software‐update › Bètasoftware gaan en daar de gewenste beta kiezen. Wie zich voor zowel developer- als public beta’s inschrijft, ziet ze als aparte opties in de lijst verschijnen.

Moet je deze betaversies installeren?

We benadrukken deze tweede ronde developer-beta’s niet omdat je ze meteen op je dagelijkse Mac, iPhone, iPad of Apple Watch zou moeten zetten. Het blijven vroege versies, die waarschijnlijk merkbare problemen hebben qua prestaties, accuduur en stabiliteit vergeleken met de huidige publieke releases.

In de praktijk zijn dit echter vaak de eerste builds die ik zelf op secundaire testapparaten zet—meestal oudere devices die wel nieuw genoeg zijn om de update te draaien. De allereerste beta’s zijn vaak niet meer dan een technische demonstratie met showstopper-bugs (een M1 iPad Air met de eerste developer beta reageerde bijvoorbeeld helemaal niet meer, zelfs niet op een harde herstart; ik moest de batterij laten leeglopen voordat ik er weer iets mee kon). De tweede beta’s zijn doorgaans al beter bruikbaar voor alledaags testen.

  • iOS en iPadOS 26 draaien op vrijwel alle hardware die nu iOS of iPadOS 18 ondersteunt, met een paar oudere uitzonderingen.
  • macOS 26 werkt op alle Apple Silicon-Macs en op enkele Intel-Macs uit 2019 en 2020.
  • De andere beta’s lopen in het algemeen op alle apparaten die de huidige versies ondersteunen, zij het met kanttekeningen (Liquid Glass-effecten verschijnen bijvoorbeeld alleen op nieuwere Apple TV 4K-boxen; de eerste-generatie Apple TV 4K en de oude 1080p-Apple TV krijgen de update wel, maar dan zonder Liquid Glass).

Heb je geen reserve-apparaten, wacht dan bij voorkeur tot de public beta in juli voordat je überhaupt overweegt om te updaten—en maak eerst een volledige back-up van je belangrijke data. Teruggaan naar een oudere softwareversie kán, maar is omslachtig. Wie een Apple Silicon-Mac heeft en toch de nieuwste software wil proberen, kan ook een virtuele machine opzetten met bijvoorbeeld VirtualBuddy of een andere app die gebruikmaakt van Apple’s ingebouwde Virtualization-framework.


Net binnen